In een sessie die ik vorige week deed, zei iemand: ‘Als ik mijn eerste zin te precies schrijf, ben ik bang dat ik alles kapot maak.’

 

Mooi hè?

 

Lees ‘m nog een keer: ‘Als ik mijn eerste zin te precies schrijf, ben ik bang dat ik alles kapot maak.’

 

Herken je dat?

 

Er is iets angstaanjagends aan precies zijn, alsof je jezelf ruimte ontneemt.

 

Met je eerste zin meteen al.

 

Terwijl het tegenovergestelde waar is.

 

Er is geen beter begin dan een precieze eerste zin.

 

Want in een precieze zin is het nog makkelijker om een woord te vervangen door een preciezer woord.

(wreed, maar waar 😉

 

En daar wordt je zin nog preciezer van.

 

Search en replace.

 

Gaat-ie.

 

‘Als ik mijn eerste zin te zo precies mogelijk schrijf, ben ik bang dat ik alles kapot maak.’

 

‘Als ik mijn eerste zin zo precies mogelijk schrijf, ben ik bang weet ik dat ik alles kapot maak.’

 

‘Als ik mijn eerste zin zo precies mogelijk schrijf, weet ik dat ik alles kapot maak mijn tweede zin helemaal vanzelf komt.’

 

Zie je?

 

Niet de woorden zijn de baas.

 

Jij.

 

Joep.